Met ruim zeven miljoen inwoners is Bogotá één van de grootste steden van Latijns-Amerika. Gelegen aan de voet van de bergen Guadalupe en Monserrat op een hoogte van 2640 meter is ze de derde hoogst gelegen hoofdstad ter wereld. Keerzijde is dat Bogotá niet het aantrekkelijkste klimaat van Colombia kent. Toch kun je niet om deze dynamische en tegelijkertijd druilerige miljoenenstad heen. De hoofdstad van Colombia wordt vanwege zijn vele universiteiten, musea en bibliotheken wel 'Het Athene van Zuid-Amerika' genoemd. Niet te missen in Bogotá is een bezoek aan La Candelaria. Een heerlijke bohémienwijk die voor menig reiziger als een warm bad voelt.
Van Bacatá naar Bogotá
Voor de Spaanse kolonisten voet aan wal zetten, stond Bogotá bekend als Bacatá. De toenmalige inwoners waren de Muiscas. Een Colombiaanse Chibda-sprekende indianenstam die 300 tot 400 jaar voor onze jaartelling vanuit Midden-Amerika naar Colombia, Venezuela en Ecuador trok. Toen de Spanjaarden rond 1500 Zuid-Amerika aan het ontdekken waren, was het de meest prominente etnische groep van Colombia. In 1538 werd Bogotá gesticht en 1539 verkreeg ze de naam Santafé de Bogotá. Al snel ontstond hier één van de centrale punten van de Spaanse koloniale machthebbers in Zuid-Amerika. Een kleine 300 jaar later in 1819 zou de Zuid-Amerikaanse vrijheidsstrijder Simón Bolívar zijn geliefde plaats definitief bevrijden op de Spanjaarden. Ze werd toen de hoofdstad van het onderkoninkrijk Gran Colombia, een federatie die het huidige Colombia, Venezuela, Ecuador en Panama met elkaar verbond. Toen dit op de schop ging, ontstonden de afzonderlijke staten waaronder Colombia.
Vooral in de jaren 80 en 90 had Bogotá een slechte naam. In die tijd zelfs één van de gewelddadigste steden ter wereld. Maar onder leiding van de excentrieke burgemeester Antanas Mockus werd deze negatieve spiraal midden jaren 90 doorbroken dankzij een effectief en inventief veiligheidsbeleid. In deze periode werd ook de TransMilenio geïntroduceerd, een snel bussysteem met vrije banen. En het resultaat mocht er zijn: in 2007 was het aantal geweldsdelicten extreem afgenomen. Dit had ook een positief effect hebben op het toerisme en dat heeft o.m. geresulteert in de verscheidenheid aan accommodaties: van backpackerslodges in het pitoreske La Candelaria tot vijfsterrenhotels in de zakendistricten. Toch wordt de Colombiaanse miljoenenstad als je het vergelijkt met populaire Zuid-Amerikaanse hoofdsteden als Buenos Aires en Quito nog niet plat gelopen door toeristen. Dit maakt de Colombiaanse metropool extra interessant voor avontuurlijke reizigers die zich aangetrokken voelen tot grote Latijns-Amerikaanse steden.
Het noorden en het zuiden van oostelijk Bogotá worden met elkaar verbonden door de 20 kilometer (!) lange Carrera Séptima. In 'Het Geluid van Vallende Dingen' door Juan Gabriel Vásquez treffend omschreven als de 'Koningin aller Straten in Bogotá'. Met zo'n lengte kan het welhaast niet anders dat deze hoofdstraat bezaaid is met een verscheidenheid aan historische, culturele en economische plekken. Waar de Carrera Séptima de Calle 16 kruist is Parque Santander een handig referentiepunt aan deze route. In de directe omgeving van dit historische plein vind je bekende plekken als het eerdergenoemde Goudmuseum, de San Franciscokerk en een halte van de Transmilenio. Onmogelijk om te missen is de 37 verdiepingen tellende wolkenkrabber aan de Calle 16. Als je de hoofdstraat in noordelijke richting blijft volgen, dan kom je vanzelf uit in het moderne en welvarende gedeelte van Bogotá. Gedomineerd door banken, grote bedrijven, winkels en luxe shopping malls vormt dit gebied een scherp contrast met de minder welvarende gedeeltes van de Colombiaanse miljoenenstad.
Bedacht in Bogotá ten tijde van de eerdergenoemde burgemeester Mockus is de ciclovía een uniek fenomeen. Het laat zich omschrijven als een fietspad bestemd voor fietsers en wandelaars. In Bogotá is iedere zondag (en op feestdagen) tussen 07:00-14:00 uur een groot aantal hoofdstraten exclusief gereserveerd worden voor fietsers, skaters, wandelaars, joggers en andere recreanten. Dat dit geen half werk is, blijkt wel uit de omvang van het traject dat inmiddels al 300 kilometer behelst. Twee miljoen Bogatanos, arm en rijk, maken hier wekelijks gretig gebruik van. Tijdens de ciclovía zijn in de stadsparken ook recreatieve activiteiten als aerobicoefeningen, yoga en muziekvoorstellingen populair. Dit alles tezamen zorgt voor een hele fijne sfeer. Mis dit fenomeen dan ook niet als je op een zondagmorgen of op een feestdag in Bogotá bent. De Colombiaanse hoofdstad kent sowieso een groot systeem van parken waar van Parque Metropolitano Simón Bolívar de kroon spant. Opgebouwd uit verschillende parken en kanalen tellen deze 'groene longen van de stad' in het noordelijk Bogotá verschillende bezienswaardigheden waaronder een kindermuseum en een grote bibliotheek.
Op maar een paar uur van Bogotá liggen aantrekkelijke stadjes, meren, bergen, zoutmijnen en watervallen in het verschiet. Met bovendien een aantrekkelijker weertype! De interessantste dagexcursies vanuit Bogotá zijn in noordelijke richting te vinden. De meest in het oog springende trekpleister is de Catedral de Sal die zich bevindt nabij de stad Zipaquirá op 49 km ten noorden van Bogotá. Deze uitzonderlijke zoutkathedraal werd gebouwd 200 meter onder de grond in een verlaten zoutmijn. In 1992 was de zoutkathedraal al een bekend bedevaartsoord, maar de lat werd nog hoger gelegd. Een nieuwe kathedraal moest nog meer ruimte gaan bieden aan bedevaartsgangers en toeristen. Dit zeer ambitieuze project waaraan grote kunstenaars meewerkten werd een groot succes. De in 1995 voltooide Nueva Catedral de Sal werd in 2007 zelfs gekozen tot één van de zeven wonderen van Colombia. Op 63 km ten noorden van Bogotá op een hoogte van 2990 meter vinden we Laguna de Guatavita. Ooit het heilige meer van de Muiscas, nu vooral populair vanwege zijn mooie panorama's. Houd je van klimmen? Zet dan koers naar het bekende Colombiaanse klimgebied Suesca op een kleine 70 km ten noorden van Bogotá.