De hoofdstad van El Salvador is letterlijk en figuurlijk het centrum van het land. Vanuit
San Salvador sta je binnen 4 uur in elke binnenlandse bestemming en dat kan al voor een paar dollar als je met een lokale bus reist. Het historisch centrum is opmerkelijk jong als gevolg van een aantal verwoestende aardbevingen. Zo ook de kathedraal waarvan de bouw begon in 1956. Een andere opvallende verschijning in het oude centrum is Iglesia El Rosario. Deze moderne en originele kerk ziet er van buiten nog robuust uit. Eenmaal binnen word je overvallen door de pracht en praal van de gekleurde glas-in-loodramen die zorgen voor
een spectaculaire lichtinval. Voor wie geïnteresseerd is in het roerige verleden van de stad moet zeker Parque Cuscatlán bezoeken. In dit park bevindt zich het imposante Monumento a la Memoria y la Verdad waarop 25.000 slachtoffers van de burgeroorlog op staan gegraveerd. Typerend voor San Salvador zijn ook haar moderne zones waar malls en uitgaansplekken naar Amerikaans model het straatbeeld domineren. Zo'n modern uitgaansgebied is het uitgestrekte Zona Rosa waar je het beste met de taxi door heen kunt rijden. Natuurliefhebbers kunnen rondom San Salvador verschillende natuurattracties bezoeken. Hoogtepunten daarvan zijn Parque Nacional El Boquerón (een natuurpark met een spectaculaire krater) en Puerta del Diablo (een spectaculaire rotsformatie).
Toeristische routes
Het Ministerie van Toerisme heeft 8 Rutas Turísticas uitgestippeld om toeristen een aantal handvaten te geven. Een daarvan is de Ruta Sol y Playa
. De
'Zon en Strand Route' die
de west- en oostkust van El Salvador bestrijkt is bedoeld voor surf- en strandliefhebbers. Liefhebbers van cultuur en landelijke rust zullen zich juist aangesproken voelen tot de Ruta Rural y Cultural
. Onderdeel van de 'Landelijke en Culturele Route' is het charmante cultuurstadje Suchitoto. Voor natuur- en rustzoekers is er de Ruta de las Flores (Route van de Bloemen)en de Ruta de las Cumbres
(Route van de Bergtoppen. Deze laatste route omvat het niet te versmaden bergdorp Alegría dat de hoogste bergtop van El Salvador herbergt. Interessant is ook de Ruta de Artesanal
. De
Route van de Ambacht voert naar verschillende aantrekkelijke ambachtsplaatsje. D
e Ruta de la Paz is een aanrader voor wie geïnteresseerd is in de verscheurende burgeroorlog van El Salvador die in 1979 ontstond. De Route van de Vrede leidt naar de indrukwekkende herdenkingsplaatsen als Perquín en El Mozote in het geïsoleerde noorden van El Salvador. Ten noordwesten van San Salvador kun je ook nog de Ruta de las Volcanes volgen. De Route van de Vulkanen waar de Cerro Verde (2030 m hoge vulkaan) deel van uitmaakt. En tot slot is er de Ruta Arqueológica. De Archeologische Route voert in westelijke richting en herbergt archeologische vindplaatsen als Tazumal.
Westelijke kuststrook: surfstranden en toeristische voorzieningen
De kuststrook ten zuidwesten van San Salvador beschikt over de beste toeristische voorzieningen. Ze trekt dan ook de meeste buitenlandse toeristen aan. Op 35 km ten zuiden van de hoofdstad bevindt zich La Libertad. De populairste kustplaats van El Salvador en populair bij de hoofdstedelingen. Het toeristische gedeelte van deze havenplaats staat bekend als El Puerto de la Libertad. Ze is vooral bekend als de surfhoofdstad van El Salvador, vermaard om zijn 'point breaks'. Dankzij deze snelle en holle golven vinden bij Punta Roca met regelmaat nationale en internationale surfwedstrijden plaats. 8 km westelijker vinden we
El Tunco. Dat is
voor buitenlandse toeristen de populairste badplaats aan de westkust. Wie hier een paar dagen neerstrijkt, zal begrijpen waarom. In dit relaxt plaatsje met een gezellig strand- en uitgaansleven inclusief vermaarde strandparties, is het namelijk fijn toeven. Hoewel El Tunco feitelijk niet meer is dan een paar straatjes en een strand loop je hier de meeste buitenlandse reizigers tegen het lijf. Dit maakt El Tunco (voor Salvadoriaanse begrippen!) best toeristisch. Direct naast El Tunco ligt Playa Sunzal. Al net zo'n relaxt surfplaatsje als Tunco en eveneens geschikt voor beginnende surfers. Als we een flink stuk westelijk opschuiven richting de Guatemalteekse grens dan arriveren we bij Barra de Santiago. Deze kustplaats is geliefd om zijn stranden, zeeschildpadden en ecoresorts.
Westen: koloniale steden, koffie, meren en nationale parken
Wie naar het westelijk deel van El Salvador afreist, komt vroeg of laat terecht in
Santa Ana. De tweede stad van het land vormt namelijk een belangrijk verkeershub. Voor toeristen is het vooral een goede uitvalsbasis voor interessante natuurexcursies. De grootste bezienswaardigheid van Santa Ana is het Parque Central. De witte, gotische kathedraal eist hier direct de hoofdrol op. Op 19 km ten zuidwesten van de stad vinden we de hoogste vulkaan van het land: Volcán de Santa Ana (2381 m). Op 18 km in zuidelijke richting ligt ook nog Lago de Coatepeque in het verschiet. Dit prachtige meer met een oppervlakte van 25.3 km² herbergt een eiland: Isla del Cerro. Het is een aanrader om aan dit meer met schoon water (je kunt er zwemmen!) neer te strijken. Je vindt er betaalbare accommodaties maar de toeristische voorzieningen zijn nog vrij beperkt.
Op 38 km ten zuidwesten van Santa Ana vinden we
Juayúa. Tezamen met zijn omgeving één van de hoogtepunten van El Salvador. Dit gerieflijke en culinaire stadje bevindt zich in
een belangrijke koffieregio, de Sierra Apaneca-Ilamatepec. Je kunt vanuit Juayúa verschillende hikes ondernemen in het nabijgelegen Los Chorros de la Calera. Deze voeren naar watervallen, warmwaterbronnen en kratermeren. Ten westen van Juayúa richting de Guatemalteekse grens, bevindt zich Parque Nacional El Imposible. Dit nationale park (5000 ha) herbergt een tropisch woud met daarin een verscheidenheid aan planten en dieren. Hiertoe behoren poema's, wilde zwijnen en adelaars. Vanaf de hoogste uitkijkpunten (tot max. 1425 m) kijk je helemaal uit op de Grote Oceaan. Het mooiste en meest geïsoleerde nationaal park van El Salvador ligt op 58 km ten noorden van Santa Ana: Parque Nacional Montecristo (1973 ha). Het nationale park dat ook Guatemala en Honduras bestrijkt maakt deel uitmaakt van Reserva de la Biosfera Trifinio. Santa Ana is tot slot ook een goede uitvalsbasis voor de mayaruïnes van Tazumal.
Ten noorden van San Salvador: ambachtsplaatsen, bergen en meren
Op maar 56 km ten noorden van de hoofdstad ligt
Suchitoto. De culturele hoofdstad van El Savador is één van 's lands grootste toeristische troeven. Suchitoto is dan ook een van de weinige Salvadoriaanse steden die voor een groot deel is heel gebleven tijdens de burgeroorlog. Suchitoto kent een charmant en aangenaam koloniaal centrum met keienstraten en leuke wijkjes. En er is een groot meer: Lago Suchitlán. Het is een aanrader om vanuit het hoger gelegen Suchitoto af te dalen naar dit kunstmatige meer. Eenmaal aangekomen kun je boottochtjes maken of vanaf het terras genieten van het weidse uitzicht op het helderblauwe meer. Ten noorden en ten zuiden van Suchitoto liggen verscheidene kleurrijke dorpjes. Daar zetten vaklieden de eeuwenoude ambachtelijke streektradities voort. Ten zuidwesten van Suchitoto, op ruim een uur rijden, liggen kleurrijke plaatjes als Ilobasco en San Sebastián. Wat verder weg (op 2 uur rijden in noordelijke richting) bevindt zich in een bergachtige omgeving La Palma. In de handwerkstad worden in zo'n 100 werkplaatsen talrijke handwerkcreaties als beeldjes en oorbellen gemaakt. Typerend voor La Palma zijn ook de muurschilderingen in naïeve stijl van 's lands beroemdste artiest - Fernando Llort.
Noordoosten: meren, bergen en guerilladorpjes
Misschien wel de meest gerieflijke plaats van El Savador:
Alegría. Het bergstadje van nog geen 12.000 zielen is vooral bekend vanwege het nabijgelegen Laguna de Alegría. Omringd door fotogenieke, groene heuvels is dit prachtige smaragdgroene kratermeer gevuld met helende zwavelzuren afkomstig uit de krater. Alegría zelf kent een een hele fijne atmosfeer. Het leven concentreert zich rondom het kleine, overzichtelijke centrale plein. Daar bevinden zich de meeste hotels en restaurants. Elke avond is er een sfeervol marktje waar de lokale inwoners en een handjevol toeristen samenkomen. 113 km noordoostelijker ligt Perquín. Gelegen in een bergachtige omgeving tegen de grens van Honduras aan staat ze bekend als hoofdstad van de Ruta de la Paz. In de burgeroorlog was dit onherbergzame gebied een belangrijke uitvalsbasis voor de guerillastrijders. Wie meer te weten wil komen over de burgeroorlog (van 1979-1992) kan hierover van alles te weten komen in het Museo de la Revolución. Nog heftiger is het buurdorp El Mozote. Waarschijnlijk het ultieme voorbeeld van de waanzin van de burgeroorlog. Hier werd in 1981
door de regeringstroepen een compleet dorp systematisch uitgemoord. Het Monument voor de Slachtoffers van El Mozote en het massagraf waarin de kinderen liggen, zal weinig bezoekers onberoerd laten.
Oostkust: desolate stranden
Nog weinig buitenlandse toeristen doen de oostkust aan. Toch liggen aan deze strook veel van de mooiste Salvadoriaanse stranden. Zo'n uitgestrekt strand is Playa del Sol. Een favoriet bij Salvadoriaanse families. Voor toeristen die per bus reizen is het gebied wat lastiger benaderbaar dan de westkust. Omdat er geen echte badplaatsen zijn en de hotels verspreid aan de autowegen liggen. Maar daar staat tegenover dat de meeste hotels en resorts zich direct aan het strand bevinden met de nodige toeristische voorzieningen. Zoek je wat meer vertier? Dan zou je kunnen afreizen naar het oostelijker gelegen Playa El Espino dat behoort tot het departement Usulután. Dit strand is met zijn 10 km een van de meest uitgestrekte stranden van El Savador. Houd rekening met eenvoudige toeristische voorzieningen die zijn afgestemd op Salvadoriaanse bezoekers. Als je een dagtrip plant en met de bus gaat, verdiep je dan in de bustijden voor dit geïsoleerde of ligt terug met een familie.
Feitjes
Grootte: 21.041 km² (0,56 keer Nederland)
Inwoners: 6.486.201
Hoofdstad: San Salvador