Sherry, flamenco en paarden: zo kunnen we Jerez de la Frontera in drie woorden typeren. De stad van de sherrybaronnen is de onomstreden hofleverancier van de beroemde aperitiefwijn. Jerez is ook de geboortestad van de flamenco. En als derde is ze vermaard om haar wereldberoemde paardenras: Cartujano. De edele dieren worden gedresseerd op de School voor de Paardrijkunst, een ware toeristenmagneet. Hoewel Jerez veel gemeen heeft met haar beroemde buur Sevilla is ze beduidend minder toeristisch. Met haar trein- en busstation is Jerez ook een handige hub voor verscheidene Andalusische parels als Cádiz en El Puerto de Santa María en een heel scala kleinere Atlantische badplaatsen en stranden.
Een interessant detail in de geschiedenis van Jerez de la Frontera is dat ze meerdere eeuwen de grens vormde tussen het christelijke noorden en het islamitische zuiden van Andalusië. Jerez ontwikkelde zich in de 7e en 8e eeuw in vele opzichten en de basis voor het huidige oude centrum ontstond in die periode. In 711 toen de stad nog Scherisch werd genoemd begon de Moorse periode. In 1264 eindigde het Arabische tijdperk nadat de stad door de Castiliaanse legers van koning Alfons VIII was heroverd. Toen ontstond de toevoeging 'de la Frontera' (Spaans: van de grens) omdat de stad (inmiddels omgedoopt tot Xeres en niet veel later tot Jerez) grensde aan het Moorse koninkrijk van Granada. Maar Jerez is wat betreft niet uniek; meerdere Andalusische plaatsen kregen in de 13e eeuw om die reden deze toevoeging en zouden net als Jerez vele jaren het strijdtoneel vormen tussen christelijke en islamitische troepen. Als je geïnteresseerd bent in de Moorse overblijfselen, dan kun je die in het oude centrum nog volop vinden. Bijvoorbeeld in het robuuste Alcázar dat is gesitueerd aan een weelderig Andalusisch park dat met smalle lanen en sinaasappelbomen is bezaaid. In dit voormalige 12e-eeuwse fort van de Almohaden zijn de Arabische baden bewaard gebleven. Of kijk omhoog naar de nabijgelegen kathedraal. De sierlijke kathedraaltoren, in mudéjarstijl, is een overblijfsel van de voormalige moskee.
Wie door de straten rondom de sherrybodegas loopt, zal letterlijk en figuurlijk sherry ademen. De bijzondere wijnsoort die in Spanje Vino de Jerez wordt genoemd, kent zijn oorsprong in Jerez. Al in de tijd van de Feniciërs (rond 1100 v. Chr.) werd er In Jerez al sherry gemaakt. Tegenwoordig herbergt Jerez circa 20 sherryfabrikanten en alle toonaangevende sherryhuizen hebben er hun hoofdkantoor. De bekendste en populairste daarvan is Gonzáles Byass die hun sherry verkopen onder Tío Pepe. Deze bodega vind je in hartje centrum naast het Alcázar aan het weelderige parkje. En wat is er nou leuker en informatiever dan zo'n bodega te bezoeken? Het leuke van een sherrytour is dat je leert dat sherry veel meer is dan die mierzoete dessertwijn zoals we die vooral in Nederland kennen. Wat basiskennis kan natuurlijk geen kwaad. Onthoud dat de fino een droge variant die de beste reputatie geniet van alle sherry's. Verder zijn er de amontillad, een halfdroge sherry en de oloroso die donker en vol is. Maar wat is nou eigenlijk het geheim van Jerez als sherrystad? Niet onbelangrijk, de Jerez-streek kent het perfecte microklimaat voor de productie van sherry. Verder kent het gebied een kalkrijke bodem dat is gelegen rondom de Guadalquivir-rivier die wonderen doet en de Palomino-druiven haar unieke sherrysmaak meegeeft. Dat Jerez op wijngebied nog meer te bieden dan sherry blijkt uit de in 2014 toegewezen prestigieuze titel 'Europese Wijnstad'.