Waar beginnen in Málaga? Begin op een zonnige dag vroeg in de ochtend met het bezoeken van de forten van Málaga. Gelegen aan de berghellingen van de berg Gibralfaro sta je vanuit het historisch centrum in een mum van tijd bij het 11e eeuwse Alcazaba. De bescheiden entree is de investering meer dan waard. De geurige tuinen, de Moorse versieringen en binnenplaatsen en de panorama's komen in de buurt van het Alhambra in Granada maar dan met veel minder toeristen. Naast het robuuste fort vind je er ook het gratis Romeins amfitheater. Als we het Alcazaba weer verlaten, zetten we de klim verder in richting Castillo Gibralfaro.
Oorspronkelijk gebouwd in de 8e eeuw door de Moren werd dit kasteel in de 14e eeuw voor een groot deel verbouwd. Binnen vind je interessante informatie over de historie van het fort na de Moorse periode. Zo kunnen we lezen dat ook de Hollanders het fort hebben aangevallen. Daarvoor, tijdens de Reconquista in 1487, was het fort het decor van een zeer belangrijke veldslag. Het toen nog Moorse kasteel werd belegerd door een enorme christelijke troepenmacht van 50.000 soldaten, 20.000 ruiters en nog eens 8.000 hulptroepen. De Moren werden uiteindelijk verslagen na een zware veldslag van vier maanden gedurende de hete zomermaanden. Vervolgens streken de Katholieke Koningen Isabella en Ferdinand neer in het kasteel. De wandeling naar het Castillo Gibralfaro is aangenaam en redelijk pittig, maar boven kun je schitterend uitkijken over Málaga en haar haven en kustlijn. Wist je dat je een flink stuk de bergen in kunt trekken zonder de gemeente Málaga te verlaten? In de Montes de Málaga kun je het landelijke leven van Málaga ervaren. Een groot contrast met het stadsleven, en zeker een aanrader voor wie goed in z'n tijd zit.
De binnenstad van Málaga is autovrij en dat maakt het een hele fijne stad om te slenteren, shoppen of om een vorkje te prikken. De laatste jaren is flink geïnvesteerd in het opknappen van oude panden en stadsgevels wat de binnenstad nog aantrekkelijker heeft gemaakt. Binnen de grenzen van de inmiddels verdwenen Moorse stadsmuur staat de in het oog springende kathedraal. De 16e eeuwse Catedral de Málaga doemt niet alleen op vanuit verschillende delen van de stad maar is ook goed zichtbaar vanuit de omringende bergen en de zeezijde. Omdat één toren na de oplevering van de kerk in 1782 vanwege geldgebrek nooit voltooid is, noemen de malagueños haar La Manquita: de eenarmige vrouw.
Het bekendste winkelgebied in Málaga vinden we rondom de Calle Marqués de Larios. Niet ver daar vandaan is in 2011 Muello Uno verschenen. Zeker geen straf om via dit moderne winkel- en recreatiegebied richting stadsstrand Malagueta te slenteren. Op maar een paar honderd meters van deze nieuwe hotspot vinden we Málaga's gezellige oude centrum rijkelijk gevuld met restaurants en tapasbars. Een instituut waar je even moet binnenlopen is Bodega El Pimpi. Het is namelijk de oudste en bekendste bodega van de stad. Let vooral op de wand waar tal van Spaanse prominenten prijken die dit instituut gedurende haar rijke geschiedenis zoal bezocht hebben.
Voor bewonderaars van Pablo Picasso valt er genoeg te beleven in Málaga. De wereldberoemde kunstenaar woonde gedurende zijn kindertijd (1881-1891) namelijk tien jaar in Málaga. Begin de Picasso onderdompeling bij zijn geboortehuis aan de statige Plaza de la Merced. Een zonovergoten plein met veel terrassen en barretjes. Casa Natal de Picasso biedt een bescheiden maar interessant overzicht van de jaren van Picasso in Málaga. In het bijzonder de audiotour is informatief. Zo komen we te weten dat Málaga altijd een belangrijke inspiratiebron vormde in zijn werk. Ook vernemen we dat hij niet de enige kunstenaar in de familie was; zijn vader, overgrootvader en oom, ze schilderden allemaal. Het geboortehuis vormt een mooie aanloop voor het nabijgelegen Picassomuseum waar de echt Picasso-onderdompeling kan beginnen. Gevestigd in het fraaie Palacio de Buenavista kun je in dit boeiende museum werk uit zijn begin- en eindperiode bekijken.
Maar in Málaga valt op museumgebied nog heel wat meer te beleven. Een van de nieuwe aanwinsten van de stad is Museo Carmen Thijssen. Net als in het gelijknamige museum in Madrid staat het museum garant voor een imposante kunstcollectie. In Málaga is ze geënt op Andalusische schilders. Zeker ook het vermelden waard is de eerste buitenlandse dependance van het Centre Pompidou. Niet in de laatste plaats vanwege het spectaculair glazen kubusgebouw. Daar prijken werken van grote kunstenaars als Frida Kahlo en natuurlijk Málaga's eigen Picasso. Málaga telt nog verscheidene andere interessante musea die het bezoeken waard, variërend van Museo Ruso (Russisch Museum) tot Museo Alborania (Zeemuseum).
Málaga herbergt maar liefst 16 stranden. De mooiste zijn te vinden aan de oostkant van Málaga. Een kilometerslange strandpromenade die je helemaal kunt uitlopen. Begin je expeditie - wandelend, fietsend, skatend of joggend - bij Playa de la Malagueta. Waarschijnlijk het bekendste strand van de hele Costa del Sol. Een heerlijk strand waar je kunt zonnebaden, een vorkje kunt prikken in een van de chiringuitos of simpelweg een fijne strandwandeling kunt maken richting bijvoorbeeld de pier. Aan dit stadsstrand begint bovendien de aantrekkelijke promenade die voert naar verschillende stranden en wijkjes. Een aanrader is het pittoreske Pedregalejo. Deze oude visserswijk is bekend om zijn karakteristieke strandtentjes, de eerder genoemde chiringuitos. Nog iets verder weg, op 7 kilometer van het stadscentrum verwijderd, vinden we een ander pittoresk strand behorend tot de gelijknamige wijk: El Palo.
Ook ten westen van het stadsstrand Malagueta, voorbij het minder gepolijste havengebied, liggen verscheidene stranden in het verschiet. Zoals Playa de Guadalmar. Dit strandgebied met de nodige strandbars biedt mogelijkheden tot watersporten. In de richting van Torremolinos vinden we ook nog Playa de San Julián die net als Guadalmar nudistengedeeltes heeft. Je kunt beide stranden met de bus bereiken.
Málaga kent een aantal eigen culinaire specialiteiten. Een daarvan zijn de zoete wijnen. Ooit behoorden deze vinos dulces tot de duurste wijnen ter wereld totdat een epidemie een einde aan het feest maakte. Goed om te weten, ze laten zich vanwege de specifieke karamelachtige smaak het best als dessertwijn drinken. Een andere typische specialiteit uit Málaga is Espeto de Sardinas. Wat er zo bijzonder is aan deze sardines? In Málaga worden ze op een speciale manier geroosterd. Dat wil zeggen, naast het vuur. Deze visspecialiteit laat zich goed smaken in een van de chiringuitos aan het stadsstrand Malagueta. Of zoek het verder weg bij het vissersstrand Pedregalejo. Voor vis kun je ook koers zetten naar de nieuwe culinaire aanwinst Mercado Merced, een nieuwe food hall uit 2015. Deze markthal, op een steenworp afstand van het geboortehuis van Picasso, moet Málaga's equivalent worden van Mercado de San Miguel in Madrid en de Boquería in Barcelona.
Zoals van een grote Andalusische stad (568.479 inwoners) verwacht mag worden, zijn er grote fiestas in overvloed. De beroemdste daarvan met zijn enorme kermisterrein is Féria de Málaga. Dit enorme feestspektakel - het grootste zomerfestival van Spanje - zet Málaga in augustus in vuur en vlam. Eerder in het jaar in april wordt Festival de Málaga gehouden. Tijdens het filmfestival van Málaga kun je in het oude centrum veel sfeer en drukte verwachten. Geef je ogen goed te kost want je kunt zo maar een beroemdheid tegen het lijf lopen.