Parque Tayrona bestaat uit 15.000 hectare land en 3.000 hectare zee die tezamen een bijzondere mix van jungle en stranden vormen. Het nationale park ligt in het noorden van Colombia aan de Caribische kust lopend van Taganga tot aan Río Piedras. De gemiddelde temperatuur in het park is tussen de 27 en 35 graden afhankelijk van het seizoen. De maanden mei en juni en van september, oktober en november vormen de natste maanden. Met verschillende klimaten binnen het park is de biodiversiteit dan ook erg groot. Het hoogste punt van het park ligt 900 meter boven zeeniveau.
In het park komen onder andere cactusbossen, tropische bossen en nevelwouden voor. De natuurlijke leefomgeving voor meer dan 100 soorten zoogdieren waaronder brulapen en tijgerkatten. Je vindt er verder meer dan 300 soorten vogels, zoals papegaaien en zeearenden. Daarnaast telt Parque Tayrona nog eens honderden soorten reptielen, koralen, sponzen en vissen. En alsof dat nog niet genoeg is, komen er ook nog meer dan 350 soorten algen en 770 verschillende soorten planten voor in het park. De nationale bloem van Colombia (de orchidee) is ook op volop aanwezig in het park. In Parque Tayrona leven een aantal bedreigde diersoorten, zoals de jaguar en de kaaiman. De meeste daarvan verschuilen zich diep in de jungle en de kans dat je ze spot is dan ook klein.
Vroeger was de regio aan de kust het thuisland van de Tayrona-indianen. Na de invasie van de Spanjaarden werden zij verdreven. Er zijn ruïnes gevonden van meer dan 500 inheemse woningen. Men schat dat op het hoogtepunt meer dan 4000 Tayrona-indianen in het gebied leefden. Pueblito is een van de archeologische vindplaatsen die zich in het Tayrona park zelf bevinden. Er wonen nog vier andere etnische groepen aan de noordelijke kust van Colombia: Kankuamo, de Kogui, de Wiwa en de Arhuaco. Directe afstammelingen van de Tayrona. De Kogui's zijn te herkennen aan hun witte kleding en gehaakte schoudertassen. De steenformaties die er nog staan zijn heilig voor de inheemse groepen.
Er zijn verschillende goed aangegeven wandelpaden in het park. Een gids is niet nodig. Van de ingang El Zaino naar Castilettes is het ongeveer 4 km lopen. Dit stuk kun je tegen betaling met een busje afleggen. Vanaf Castilettes zijn geen motorvoertuigen meer toegestaan en zul je dus alles zelf moeten lopen.
Vanaf Castilettes kun je naar Cañaveral lopen met gouden stranden en blauwe zee in het verschiet. Vanwege de sterke stroming is zwemmen hier niet aan te bevelen en houd rekening met nauwelijks schaduw. Het merendeel van de bezoekers loopt door naar Arrecifes waar je ook kunt overnachten. Het is ongeveer drie kwartier lopen tot je in Arrecifes bent en vandaar is het 20 minuten lopen naar La Piscina. De naam dekt de lading: in de baai kun je heerlijk zwemmen en het is de beste plek voor snorkelen.
Nog eens 20 minuten lopen en je staat in Cabo San Juan del Guía. Vanaf de ingang El Zaino ben je zeker anderhalf uur aan het lopen voor je bij Cabo bent. Met witte stranden en een turkooizen zee is het er prachtig! Maar tegelijkertijd ook het meest bezochte strand en daarmee het drukste stukje van het park. Om in Pueblito te komen ben je iets meer dan een uur aan het lopen vanuit Cabo waar zich een aantal overblijfselen van de Tayrona cultuur bevinden. Het is geen makkelijke weg. Een groot deel van het pad is omhoog klimmen. En als het geregend heeft, is de weg onbegaanbaar. Ook als je veel bagage bij je hebt kun je deze trail maar beter overslaan. Vanuit Pueblito kun je of terugkeren naar Cabo of doorlopen naar Playa Brava.