Het perfect bewaard gebleven Trinidad is de mooiste koloniale stad van Cuba. De kleine kronkelige steegjes bestraat met kinderkopjes, de vrolijk gekleurde huisjes en de knusse pleintjes tezamen geven de stad een zeer pittoreske uitstraling. Veel van de gebouwen in het oude centrum stammen uit de 18e en 19e eeuw toen de handel van suiker uit de nabijgelegen Valle de los Ingenios de stad puisant rijk maakte. Die rijkdom concentreerde zich vooral rondom het centrale plein van Trinidad. Nog steeds het mooiste deel van de stad. De omliggende heuvels van de Sierra del Escambray, de suikerrietvelden, tabaksplantages en enkele oude suikerfabrieken geven ruraal Trinidad extra glans.
Trinidad is één van de mooist denkbare decors in Cuba voor lange, zwoele avonden met muziek, dans en mojitos. Geef je over aan de salsa ritmes op de trappen naast het centrale plein, bezoek een muziekhuis of dans in een discotheek in een grot. Dicht bij het centrale plein vind je gelijk Casa de la Música. De intieme setting van dit openlucht muziekhuis is uniek. De trappen vormen een vriendelijke tribune rondom het plein dat als één grote dansvloer dienst doet. En als je daar nog typisch Cubaanse ingrediënten als cocktails en muziek aan toevoegt dan is de basis gelegd voor een onvergetelijke avond in Trinidad. En als de nacht zich aandient, dan gaat de vrolijke stoet nachtvlinders (een goede mix van trinitarios en toeristen) naar het binnengedeelte om het Cubaanse feest daar gepast voort te zetten.
Niet allee het historisch centrum van Trinidad is Unesco werelderfgoed. Die eer valt ook te beurt aan het nabijgelegen Valle de los Ingenios. Geflankeerd door de groene heuvels van de Sierra del Escambray was deze prachtige vallei het centrum van de suikerproductie eind 18e eeuw, begin 19e eeuw. In die tijd werkten op de plantages 30.000 slaven. Verschillende overblijfselen getuigen daarvan, zoals oude suikerfabrieken (ingenios) en planterswoningen. Hoewel veel van deze restanten zijn vervallen tot ruïnes verkeren sommige gebouwen nog in goede staat. Zoals de huisjes in Guachinango en de plantage van Manaca Iznaga. Het huis van deze puissant rijke plantage-eigenaar, de slavenbarakken en de 45 meter hoge uitkijktoren die toezicht hield op de slaven, zijn nog te bezichtigen. Te fiets, te paard of met de stoomtrein, het zijn allemaal leuke manieren om de vallei te bezoeken.
Als je de straat Simón Bolívar vanuit de Plaza Mayor volgt, dan kom je uiteindelijk vanzelf uit bij de Cerro de la Vigía. Vanaf deze 180 meter hoge heuvel heb je een prachtig uitzicht over Trinidad en zijn omgeving. Bij helder weer kun je ook de kust en het schiereiland Ancón waarnómen. Hier bevindt zich Playa Ancón. Dat is het grootste strand aan Cuba's zuidkust en een van de eerste strandresorts die onder het Castro regime ontwikkeld werd. Het witte zand en de blauwe zee creëren een plaatje zoals we dat kennen van tv-reclames. De aanwezige koraalriffen en tropische vissen maken snorkelen en diepzeeduiken tot een schitterende ervaring. En voor de liefhebbers, vanuit Trinidad is Playa Ancón goed bereikbaar met de fiets.